Het AVS congres op vrijdag 11 april draaide deels om afwezigheid. Staatsecretaris Sharon Dijksma ontbrak. Net als `haar´ beloofde geld voor ondersteunende functies in het primair onderwijs. Gelukkig waren gelatenheid en cynisme ook ver te zoeken: gretig ondertekenden de schoolleiders een petitie waarmee zij hun actiebereidheid aantoonden en enthousiast leerden ze in workshops en plenaire sessies over de houdbaarheid van het onderwijs.
Het is donker in de congreszaal als het lachende gezicht van staatssecretaris Dijksma – na een vertederende kindercircusact – op een groot scherm verschijnt. De zaal mort. Natúúrlijk is ze er niet in persoon. Dat had ze wel beloofd, maar ze – althans haar collega Plasterk – had ook beloofd een conciërge en administratieve hulp voor elke basisschool te financieren. En omdat dat (tijdens het congres) nog niet rond is, is de toon in het Nieuwegeins Business Centre gezet. Dijksma merkt uiteraard niets van de verontwaardigde reacties als ze spreekt over de beloningsstructuur en het toekomstige schoolleiderstekort, maar de gevoelens in de zaal zijn overduidelijk. Als na een afloop van haar videoboodschap een paar luisteraars een lauw applaus inzetten, staart de rest van de aanwezigen verbolgen voor zich uit. Het klappen verstomd voor het echt heeft doorgezet.
AVS-voorzitter Ton Duif kan op meer bijval rekenen. Zeker wanneer hij in zijn jaarrede potentiële acties aanstipt. “Ik kan u verklappen dat we denken aan maatregelen als passief meewerken aan het inspectieonderzoek, geen tijd voor het invullen van enquêtes van de overheid, de leerling-telling en ga zo maar door.” Ondanks de niet milde (AVS) successen van afgelopen jaar, zoals de oprichting van de PO-raad en de ambitieuze plannen voor komende jaren om een verbreding richting het voortgezet onderwijs te bewerkstelligen, had ook Duif liever het congres geopend met een akkoord over het convenant `LeerKracht!´. “Ruim 90 procent van u is bereid actie te voeren om de eis `voor elke school een ondersteunende functie´ in te willigen. Vandaag is de start van een langdurig protest.”
De boosheid verdwijnt zodra de ruim duizend schoolleiders zich aan de workshops en plenaire sessies wagen. Centraal staat de houdbaarheid van het onderwijs: duurzaam leren, duurzaam leiderschap en duurzame school. Tegen het eind van de ochtend spreekt professioneel avonturier Marc Cornelissen. Schoolleider Willem Veurman vindt een zitplaats in de overvolle ruimte. Hij is voor de elfde keer op het congres en dit jaar zijn er minder interessante workshops voor hem bij, vandaar de keuze voor poolreiziger Cornelissen. “Deze man kan iets zeggen over samenwerken in lastige omstandigheden.” En inderdaad, Cornelissen vertelt heel persoonlijk over zijn angsten, falen en successen op de Noordpool, laat foto´s zien van de expedities en geeft en passant nog wat leiderschapslessen. “Zeker voor ambitieuze mensen is dat moeilijk, maar als je samen een project doet, moet je anderen de ruimte gunnen om mede-eigenaar te worden.
Ook de andere sprekers weten te boeien. De Britse `onderwijsgoeroe´ David Hopkins trekt onder andere de belangstelling van interim-schoolleider Hans Crijns uit Nijmegen. Hij bezoekt voor de twaalfde keer het AVS-congres. “Overal in het po zie je dezelfde problematiek en wordt hetzelfde wiel uitgevonden. Ik ben geen directeur die op heel kleine deelgebiedjes wijst, maar ben geïnteresseerd in het grotere plaatje, de systematiek van het onderwijs. Hopkins heeft een sterk verhaal, zeker omdat het onderbouwd wordt met concreet onderzoek en getallen.” Ook de rap van de tong gesneden Marcel van Herpen houdt de aandacht van zijn honderden toehoorders stevig vast. Zijn met snelle woordgrappen doorspekte performance doet denken aan cabaret; de tips en trucs voor schoolleiders blijven echter overeind. Van Herpen is een fervent voorstander van adaptief onderwijs, volgens hem de sleutel voor duurzaam opvoeden en ontwikkelen. “Bij je eigen kinderen kijk je toch ook naar wat ze wél kunnen?”
Waar de centrale sprekers het van de kracht van hun visie moeten hebben en van hun spreker-skills, is in de workshops meer ruimte voor interactie. De groepen zijn kleiner en er wordt meer specifiek op onderwijsuitdagingen ingegaan. AVS-adviseur Jessica Povel praat bijvoorbeeld met zo´n 27 schoolleiders over innovatieve verandertrajecten. Povel: “Wie is wel eens een verandertraject ingegaan dat niet zo uitgepakte als gehoopt? En waarom niet?” De vingers gaan de lucht in. De een na de ander biecht openlijk zijn of haar valkuil op. `Te weinig mensen die ervoor wilden gaan´. Of `dat het oude niet aansloot bij het nieuwe´. Samen discussieert de groep ook over voorwaarden voor een geslaagd verandertraject. “Als je echt wilt veranderen, moet je dat zo doen dat het niet mogelijk is te vervallen in oude patronen.”
Nederlandse schoolleiders konden dit jaar in Nieuwegein tot slot zomaar een Poolse collega tegen het lijf lopen. Het congres had een internationaal tintje door de aanwezigheid van ESHA-bestuursleden uit dertig landen. De Europese schoolleidersorganisatie vergadert eens per jaar en deed dat dit jaar Nederland. De buitenlandse gasten werden – net als alle aanwezigen trouwens – goed verzorgd. Op de beursvloer, waar weer meer standhouders dan in 2007 hun goederen of diensten aanboden aan schoolleiders, is continu een hapje en een drankje aanwezig. Tegen half vijf zit adjunct-directeur Ruud Plas uit Almere een evaluatieformulier in te vullen, vlakbij de stand van ESHA. Het is zijn eerste keer op het congres. Hij vond vooral Marc Cornelissen inspirerend. “Cornelissen bevestigde wat in de schoolleidersopleiding wordt gezegd: topdown gaat niet werken.” En volgend jaar? “Dan ben ik zo mogelijk zeker weer aanwezig.”
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.