Achterbanraadpleging leden over tijd- en werkverdelingsplan

Op 10 april jl is een achterbanraadpleging uitgezet onder de leden met betrekking tot het onderwerp tijd- en werkverdelingsplan.

Aan de cao-tafel is uitvoerig aandacht besteed aan het genoemde onderwerp. Hiervoor is een globale opzet gemaakt met als doel deze uitgangspunten te verwerken in een cao-tekst. Het gaat om vervanging van Hoofdstuk 2 van de CAO PO 2016 – 2017 (Arbeidsduur en formatiebeleid).
De onderhandelaars van de AVS hebben in de discussie zich hard gemaakt voor de positie van de schoolleider. Over het voorstel dat u hieronder vindt, zijn zij van mening dat de positie van de schoolleider goed is geborgd.

Cao-partijen vinden het van belang dat in de onderwijssector professionele ruimte wordt benut en de professionele dialoog meer en beter gevoerd wordt. Daarom zijn de partijen op zoek geweest naar afspraken die juist die professionele dialoog stimuleren en faciliteren. Als uitwerking hiervan vinden de cao-partijen het belangrijk dat het team het voortouw neemt bij het opstellen van een werkverdelingsplan in de school.

De partijen zijn gezamenlijk tot de volgende conceptafspraken gekomen:

  • Besturen zijn en blijven verantwoordelijk voor het bestuursformatieplan en meerjarenformatiebeleid;
  • Dit beleid vormt het kader waarbinnen het team op school het werkverdelingsplan opstelt. De schoolleider is daarbij de schakel tussen het bestuur en het team;
  • De schoolleider zorgt ervoor dat alle relevante informatie bij het team ligt alvorens het gesprek over het werkverdelingsplan wordt gevoerd;
  • Bij de verdeling van de werkzaamheden wordt per voltijdsmedewerker uitgegaan van 1659 uur;
  • Het team bepaalt vooraf hoe vastgesteld wordt dat er voldoende draagvlak is voor het op te stellen plan;
  • In het werkverdelingsplan worden onder andere de verdeling van de groepen over de leraren, de verhouding tussen lesgebonden en overige taken, welke overige taken je als team op school verzorgt, de tijd voor voor- en nawerk, de tijd binnen en buiten de klas voor onderwijsondersteunend personeel, de pauzes, de aanwezigheid op school en de besteding van de werkdrukmiddelen vastgelegd;
  • De schoolleider legt de gemaakte afspraken vast in het werkverdelingsplan en legt deze ter instemming voor aan de (P)MR;
  • Het werkverdelingsplan is het uitgangspunt voor de inzet van de individuele werknemer;
  • De schoolleider toetst of de gemaakte afspraken redelijk zijn voor die individuele werknemer en passen binnen de omvang van het dienstverband;
  • Met wederzijds goedvinden kan worden afgesproken dat de medewerker meer dan 940 uur lesgevende taken heeft, met inachtneming van de totale 1659 uur;
  • Indien het overleg met de medewerker niet tot overeenstemming leidt, waardoor er een onwerkbare situatie ontstaat op school, stelt de schoolleider de inzet van de medewerker vast.

De 40-urige werkweek wordt uitsluitend gebruikt als juridische verankering van de arbeidsduur. Deze formele arbeidsduur wordt gebruikt voor de vaststelling van de werktijdfactor, het salaris en het verlof.

Uitgangspunt van het beleid wordt dat het team in onderling overleg de werkzaamheden gaat verdelen. Onder het team wordt verstaan de schoolleider, het onderwijsgevend personeel en het onderwijsondersteunend personeel. U kunt daar als schoolleider dus sturend in optreden, maar niet opleggen.

Is de werkverdeling gereed en is de PMR ermee akkoord, dan zal met elke individuele medewerker vóór de zomervakantie overleg gevoerd moeten worden over de invulling van de werkzaamheden. Deze afspraken moeten vastgelegd worden.

Leidt het overleg tot problemen, dan is de schoolleider degene die uiteindelijk de beslissing neemt.

Leden kunnen via de mail reageren op de peiling.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.