Niet het gangbare getal van vierduizend thuiszitters klopt, maar dit is meer dan vijftienduizend. Dit stelt Oudervereniging Balans in het rapport Thuiszitters die hier onderzoek naar deed.
Dit aantal is volgens voormalig kinderombudsman Marc Dullaert, die door Ouderverening Balans is geїnterviewd, omdat steeds meer leerlingen vrijstelling van de leerplicht krijgen op basis van artikel 5 onder A van de Leerplichtwet. In schooljaar 2012-2013, het jaar voordat de wet passend onderwijs werd ingevoerd, ging het om 3800 leerlingen. In schooljaar 2018-2019 waren het er 6000. Dullaert stelt ook dat Passend onderwijs een rol speelt: “ Ik heb veel scholen gezien die hun best doen, maar er zijn ook scholen die de zorgplicht niet zo nauw nemen en dat vraagt om handhaving.” Dullaert geeft aan dat de wet passend onderwijs niet per se faalt, maar wel de tijd nodig heeft.
Volgens Dullaert komt het leveren van maatwerk-arrangementen, zoals de vijftigprocent-regel voor kinderen, ook niet van de grond. En dat geldt ook voor kinderen die enkel buiten school kunnen leren, daar een goed aanbod voor ontwikkelen wil soms ook moeilijk lukken. Dat heeft te maken met de overheid die hiertoe onvoldoende vrije regelruimte biedt.
Tot op de dag van vandaag is onbekend hoeveel thuiszitters Nederland precies telt. Het rapport Thuiszitters Tellen, geschreven door Suzanne Boomsma, directeur van Oudervereniging Balans, spreekt van tegen de vijftienduizend, met daarbovenop een groep ‘onzichtbare’ leerlingen die niet staat geregistreerd als kinderen zonder onderwijs. Ze zitten echter wel thuis zonder volwaardig onderwijs dat hen past.
Het ministerie van OCW spreekt daarentegen in al haar uitingen van ruim vierduizend thuiszitters en het verschil in reikwijdte heeft onder andere te maken met de definitie van een thuiszitter: een kind dat langer dan drie maanden thuis zit. Boomsma: “Houd je echter een maand aan dan zou de groep nog vele malen groter zijn. Er is inmiddels wel DUO, als algemeen landelijk punt waar schoolverzuim eenduidig wordt geregistreerd en gerapporteerd, maar scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten hanteren nog steeds onderling verschillende definities van thuiszitters en ongeoorloofd verzuim.”
Op 1 oktober was de zogenaamde teldatum van scholen, die op basis van het aantal leerlingen elk schooljaar bekostiging krijgen vanuit de overheid. “Het geld voor leerlingen die thuiszitten ligt echter op de plank bij OCW,” aldus Boomsma. “Volgens onze berekeningen betreft het tegen de zestig miljoen euro, geld dat juist in deze kinderen moet worden geïnvesteerd voor maatwerk, zodat ook zij, net als hun leeftijdgenoten, kunnen doorontwikkelen.”