Het aantal spijbelaars is na jaren van stijging in het schooljaar 2013-2014 met 10 procent afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Ook is de verzuimregistratie van scholen en gemeenten verbeterd. Dat schrijft staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs in een brief aan de Tweede Kamer. De staatssecretaris presenteert jaarlijks op de Dag van de Leerplicht cijfers over schoolverzuim.

In zijn brief splitst Dekker verzuim uit in vier categorieën: absoluut verzuim (niet op school ingeschreven), relatief verzuim (ongeoorloofd verzuim), luxe verzuim (in verband met vakantie) en thuiszitters (langer dan vier weken verzuim). Het aantal leerlingen dat spijbelde wegens vakantie (luxe verzuim) nam af met 7 procent. Het aantal leerlingen dat lange tijd helemaal niet naar school gaat (thuiszitters en absoluut verzuim) is vorig schooljaar ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van het schooljaar 2012-2013. Het totale relatieve verzuim (ongeoorloofd verzuim) is, na jaren van stijging, afgenomen (met 10 procent). Met name in het voortgezet onderwijs is een forse daling te zien in relatief verzuim.

Maatregelen
De staatssecretaris vermeldt in zijn brief dat hij diverse maatregelen treft om verzuim beter aan te pakken. Daarbij richt hij zich op de gesprekken hierover met gemeenten, het zorgen voor betere landelijk vergelijkbare verzuimgegevens en een openbare benchmark van de verzuimcijfers. Zo worden scholen in het primair onderwijs in 2016 aangesloten op de verzuimregistratie van DUO. In deze verzuimregistratie wordt ingebouwd dat scholen kunnen aangeven dat de leerplicht een verzuimmelding met spoed moet aanpakken. Ook zijn alle schoolverzuimcijfers van alle gemeenten openbaar via vsvkompas.nl Gemeenten kunnen zo zien hoe vergelijkbare gemeenten het doen en zo kunnen ze van elkaar leren. Met de 30 gemeenten met het hoogste verzuim (samen goed voor 70 procent van het verzuim) maakt Dekker afspraken over hoe zij het percentage verder naar beneden brengen.

Passend onderwijs
De cijfers in de Kamerbrief hebben betrekking op het schooljaar 2013-2014. Hierna, per 1 augustus 2014, is Passend onderwijs van start gegaan. De bewindsman schrijft dat hiermee de verwachting is dat het aantal kinderen dat langdurig niet naar school gaat, afneemt. De norm voor Passend onderwijs is: “vanaf 2020 niemand langer dan drie maanden zonder passend aanbod.”

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws