Op 4 september 2020 heeft minister Slob van Onderwijs de Tweede Regeling bekostiging personeel PO 2020–2021 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2020–2021 gepubliceerd.
De belangrijkste inhoudelijke wijziging in deze regeling ten opzichte van de eerdere regeling voor schooljaar 2020–2021 is de aanpassing van de voorwaarden voor bijzondere en aanvullende bekostiging voor onderwijs aan asielzoekers en overige vreemdelingen als gevolg van de uitbraak van COVID-19. Door deze uitbraak waren scholen in het primair onderwijs van 16 maart tot 8 juni 2020 gedeeltelijk of volledig gesloten. Daarom worden met deze wijziging voor het schooljaar 2020–2021 de voorwaarden voor bijzondere en aanvullende bekostiging voor onderwijs aan asielzoekers en overige vreemdelingen in het primair onderwijs verruimd.
Er kan voor een extra kwartaal bijzondere en aanvullende bekostiging aangevraagd worden. Het gaat om een eenmalige verruiming die geldt in het hele schooljaar 2020–2021 voor alle peildata in dat schooljaar. Dit biedt de scholen de mogelijkheid om de vanwege de uitbraak van COVID-19 extra opgelopen onderwijsachterstanden zoveel mogelijk te mitigeren en nieuwkomers een stevige start te geven in het Nederlandse onderwijs.
Daarnaast is artikel 37a toegevoegd waardoor scholen in het voortgezet speciaal onderwijs die het uitstroomprofiel vervolgonderwijs aanbieden een beroep kunnen doen op bijzondere bekostiging ten behoeve van een beloning aan leraren die lesgeven aan leerlingen met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs op een school waar voortgezet speciaal onderwijs wordt verzorgd. Met het convenant ‘extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in funderend onderwijs 2020–2021’ dat op 1 november 2019 is getekend, is geld vrijgemaakt voor de beloning van leraren die lesgeven aan leerlingen met het uitstroomprofiel vervolgonderwijs op een vso-school. In het convenant is afgesproken dat dit geld door de PO-Raad en de vakbonden gebruikt kan worden om een beloning voor deze leraren te realiseren.
De opgenomen prijsaanpassingen ten opzichte van de definitief vastgestelde bedragen voor het schooljaar 2019–2020 betreffen de verwerking van de kabinetsbijdrage voor de loonbijstelling voor 2020, de verwerking van wijzigingen in de transitievergoeding uit de Wet Arbeidsmarkt in Balans, de verwerking van de ramingsbijstelling binnen bekostiging en de verwerking van de afspraken uit het convenant over de werkdrukmiddelen en individuele scholingsrechten.
Werkdrukvermindering
Het kabinet heeft eenmalig 97 miljoen euro naar voren gehaald om te investeren in de verlaging van de werkdruk in het primair onderwijs. Een speciaal deel hiervan is gereserveerd voor intensivering van de werkdrukmiddelen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Daarnaast is er voor de komende twee jaar in totaal 21,2 miljoen euro vrijgemaakt voor individuele scholingsrechten, zoals dit ook binnen de sector vo is geregeld. Ten opzichte van de definitief vastgestelde bedragen voor het schooljaar 2019–2020, komt de aanpassing voor de leraren, het onderwijsondersteunend personeel en de schoolleiding op 1,638 euro. De aanpassing van alle bedragen personeels- en arbeidsmarktbeleid bedraagt 1,638 euro. Het bedrag per leerling voor personeel en arbeidsmarktbeleid is daarnaast verhoogd in verband met het versneld inzetten van de werkdrukmiddelen. Het bedrag per leerling in het basisonderwijs stijgt naar 251,38 euro per leerling, het bedrag per leerling in het speciaal basisonderwijs stijgt naar 377,07 euro per leerling en het bedrag per leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs stijgt naar 502,76 euro. Deze bedragen zijn onderdeel van het bedrag per leerling voor personeels- en arbeidsmarktbeleid.
In de definitief vastgestelde bedragen voor het schooljaar 2019–2020 is op het bedrag per leerling voor het basisonderwijs voor personeel en arbeidsmarktbeleid eenmalig een correctie toegepast vanwege de correctie voor het in balans brengen van de verdeling van de eenmalige middelen voor verschillende onderwijssoorten uit de Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging PO en VO 2019. Deze correctie was eerder al verwerkt in de prijzen van de Eerste Regeling bekostiging personeel PO 2020–2021 en wordt in de prijzen van deze regeling teruggedraaid.
Vervangingsfonds
De opslag voor het Vervangingsfonds is per 1 augustus 2020 ongewijzigd vastgesteld op 4,026 procent van de loonkosten en ook de opslag voor het Participatiefonds is ongewijzigd vastgesteld op 1,00 procent van de loonkosten. De opslagen en percentages in de bekostiging worden normatief vastgesteld en komen daarom niet altijd overeen met de exacte kosten die individuele schoolbesturen op onderdelen moeten maken.
Door de vaststelling van deze regeling komt de Eerste Regeling bekostiging personeel PO 2020–2021 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2020–2021 te vervallen.
De Tweede Regeling bekostiging personeel PO 2020–2021 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2020–2021 is hieronder te downloaden.
Meer informatie: AVS Helpdesk, tel 030-2361010 of helpdesk@avs.nl