Burgerschapsonderwijs op jonge leeftijd stimuleert jongvolwassenen om later politieke activiteiten te ontplooien. Dat concludeert Edwin Slijkhuis uit onderzoek waarop hij 20 mei promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Slijkhuis onderzocht in hoeverre burgerschapscompetenties van 14-jarigen hun deelname aan de samenleving en het politieke proces zeven jaar later voorspellen. Zijn onderzoek laat zien dat burgerschapskennis van 14-jarigen de politieke participatie op 21-jarige leeftijd voorspelt. Scholen dragen indirect bij aan actieve deelname van burgers aan het politieke proces door het geven van burgerschapsonderwijs. Daarmee onderstreept dit onderzoek het belang om aandacht te blijven geven aan burgerschapsonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs.
Politieke activiteiten
Steeds minder mensen zijn lid van een politieke partij. Deze ontwikkeling is het meest duidelijk zichtbaar bij jongvolwassenen. In Nederland zijn scholen sinds 2006 verplicht om burgerschap en sociale integratie van leerlingen actief te bevorderen. Zo worden jongeren voorbereid om deel te nemen aan politieke en maatschappelijke activiteiten. Het gaat hierbij niet alleen om conventionele politieke activiteiten, zoals actief zijn in een politieke partij. Jongeren benutten steeds vaker andere vormen van politieke participatie, zoals deelnemen aan een protestmars of online gesprekken voeren op discussiefora. Slijkhuis heeft binnen zijn onderzoek ook deze vormen van participatie meegenomen bij het meten van politieke betrokkenheid van jongvolwassenen.