Het kabinet trekt, op voorstel van staatssecretaris Dijksma van OCW, 70 miljoen euro extra uit voor onderwijs aan achterstandsleerlingen. Ook gaat het kabinet het geld effectiever inzetten door, naast de grote steden, budget vrij te maken voor de drie noordelijke provincies en Limburg. Met deze maatregelen worden de achterstanden in lezen en schrijven aangepakt.
Om de onderwijsachterstanden zo effectief mogelijk te bestrijden richt het kabinet zich extra op de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). De regeling die in 2006 in werking is getreden, ging alleen uit van het opleidingsniveau van de ouders. Nu wordt voor extra bekostiging ook gekeken naar impulsgebieden: regio's waar het percentage lage inkomens en uitkeringen zeer hoog liggen. Door niet alleen impulsgebieden in de stedelijke gebieden aan te wijzen, maar in het hele land, profiteren ook Groningen, Drenthe, Friesland en Limburg van de regeling. Het aanbod van VVE-programma's om onderwijsachterstanden te bestrijden is door de beperkte middelen in de noordelijke provincies en Limburg nu nog ontoereikend. Verder wordt de drempel waarbij scholen in aanmerking komen voor de gewichtenregeling versneld verlaagd van 9 naar 6 procent. Voor het extra geld in de impulsgebieden wordt geen drempel gehanteerd. Naast het extra geld en de effectievere verdeling daarvan krijgt ook de Inspectie van het Onderwijs een grotere rol. Zij bekijkt of het geld goed wordt besteed en of bij lezen en schrijven de gewenste resultaten worden behaald. Eerder al is vastgesteld dat de achterstanden op dit terrein in 2011 met 40 procent moeten zijn teruggebracht.
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.