Veertig procent van de scholen in het primair onderwijs heeft geen vakleerkracht voor cultuureducatie. De belangrijkste reden hiervoor is gebrek aan middelen. Het grootste deel van de scholen heeft in 2019 wel een visie op cultuureducatie of is bezig deze visie op te stellen. Dat blijkt uit de Monitor Cultuureducatie primair onderwijs 2018-2019.
Drie van de tien scholen heeft wel een externe vakleerkracht ingehuurd. In 2018 en 2019 zijn er ook significant meer vakleerkrachten aangesteld of ingehuurd dan in 2016. Vakleerkrachten worden het vaakst ingezet voor muziekonderwijs. Scholen die actief deelnemen aan de regeling Impuls Muziekonderwijs onderscheiden zich positief van niet-deelnemende scholen.
Scholen betalen de vakleerkrachten uit subsidiegelden of betalen het zelf. Ruim een derde van de scholen heeft tijd of geld gereserveerd voor deskundigheidsbevordering van vakleerkrachten. De samenwerking tussen vakleerkrachten en groepsleerkrachten krijgt op ruim de helft van de scholen vorm doordat vakleerkrachten lessen overnemen van de groepsleerkracht, waardoor de werkdruk wordt verlaagd.
In het algemeen zijn scholen positief over de pedagogisch-didactische vaardigheden van vakleerkrachten. Scholen zijn ook positief over de culturele ontwikkeling van hun leerlingen. Scholen geven cultuureducatie op hun school gemiddeld een 6,9: dat is significant hoger dan in 2016. Uit de monitor blijkt dat de ouderbetrokkenheid bij cultuureducatie matig is: bijna de helft van de scholen kent dit nauwelijks.
Het grootste deel van de school heeft in 2019 wel een visie op cultuureducatie of is bezig deze visie op te stellen. Deze visie is bij een groot deel van het team bekend. De meeste scholen hebben een cultuurcoördinator in dienst. Bij twee derde van de scholen staat cultuureducatie op de begroting.
De monitorvragenlijst is voor een groot deel ingevuld door directeuren en interne cultuurcoördinatoren van scholen in het (speciaal) basisonderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs.