Gemeenten krijgen circa 100 miljoen extra voor het onderwijs. Meer dan de helft van het bedrag 56 miljoen is bedoeld voor taalonderwijs aan kinderen van twee en drie jaar. Er gaat ook extra geld naar de bredeschoolontwikkeling 18 miljoen en naar de bestrijding van schooluitval. Dit maakte staatssecretaris Sharon Dijksma op 6 juni bekend tijdens de Kindertop in Hilversum.
Het geld gaat naar de gemeenten. De ongeveer 100 miljoen extra voor het onderwijs is onderdeel van de 1 miljard euro extra waar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG al overeenstemming over bereikt had met het kabinet. De Kindertop is een afsluiting van het programmaministerie Jeugd en Gezin van de gesprekken in het land. De AVS is gematigd positief over het beschikbare geld. Voorzitter Ton Duif: “Het is natuurlijk goed dat Den Haag inziet dat er meer geld nodig is voor deze issues, maar als je kijkt naar wat er nodig is voor goed taalonderwijs, zoals methodiekenontwikkeling, vaardigheidsontwikkeling van personeel, afstemming van kinderopvang en peuterspeelzalen op de onderbouw van het onderwijs et cetera, dan is 56 miljoen voor taalonderwijs nog maar een eerste begin. Een belangrijke vraag is wat de gemeenten met het geld gaan doen, hoe ze dat precies gaan uitgeven.” De 56 miljoen om de taalachterstand van peuters aan te pakken is bedoeld voor extra lessen tijdens hun verblijf in kinderopvangcentra, zodat peuters voldoende Nederlands spreken als zij naar de basisschool gaan. Dijksma maakte ook bekend dat er 18 miljoen euro extra gaat naar de bredeschoolontwikkeling in zowel de steden als de dorpen. Met de brede school wil Dijksma voorzieningen als kinderopvang, onderwijs en cultuur en sport samenbrengen. De uitvoering ligt bij de gemeenten, zoals financiële steun voor organisatorische functies. “Een gemiste kans”, vindt Ton Duif. “De gemeenten hebben de vrije hand in de uitvoering, terwijl zij niet de instanties zijn die lesgeven. Wij zien liever dat scholen het geld krijgen.” Op de Kindertop maakte minister Rouvoet ook bekend dat hij 440 miljoen euro uittrekt voor de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin. Bij de centra kunnen ouders met problemen en vragen terecht. In de centra werken verschillende organisaties samen die zich bezighouden met ondersteuning van en informatievoorziening aan kinderen en hun ouders. Deze centra worden bijvoorbeeld in consultatiebureaus, andere gezondheidscentra, of in scholen gevestigd. Rouvoet wil de extra hulpverleners vooral in de probleemwijken inzetten: ze komen allereerst in de vier grote steden en daarna in de veertig stadswijken die door de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Ella Vogelaar, zijn aangewezen als probleemwijk. Duif: “Het bundelen van een aantal loketten is een positieve ontwikkeling, daar maakt de AVS zich al langer hard voor. Nog onbekend is wat dit precies voor gevolgen heeft voor de scholen. Is de huisvesting toereikend, komen er meer taken bij? Ook is nog onduidelijk hoe deze centra gaan functioneren. Hoe wordt de regie geregeld, hoe zal de verhouding tot het onderwijs zijn, welke verantwoordelijkheden krijgen de centra? Allemaal aspecten die we nader moeten onderzoeken.”
Bron
Kader Primair 10 – juni 2007