In een groot deel van Europa zijn of waren net als in Nederland de scholen gesloten door het coronavirus. Ook in bijvoorbeeld Italië, Spanje, Slovenië en Finland hebben leerlingen te maken met afstandsonderwijs, zijn er zorgen over dreigende leerachterstanden en worden examens uit- of afgesteld. Opvallende verschillen zijn er in de opvang van leerlingen. Collega’s uit deze landen vertellen over hun ervaringen.
“Wat heb jij een mooie kroon”, zegt een leerling via de webcam tegen het dochtertje van zijn juf. “Diadeem”, riposteert het meisje en glijdt weer van haar moeders schoot. Niet alleen in Nederland maar ook in het zwaar getroffen Italië lopen werk en privé sinds de uitbraak van de coronacrisis door elkaar. Kinderopvang is er niet, zelfs niet voor ouders in cruciale beroepen. Wel kunnen deze ouders een tegemoetkoming krijgen voor een oppas aan huis en kunnen ze gebruik maken van vijftien dagen ouderschapsverlof voor iedere ouder.
Ziel
Voor Italianen is afstandsonderwijs extra moeilijk, zegt Maria Concetta Castorina van het Instituto Arangio Ruiz, een school voor voortgezet onderwijs (14 tot 19 jaar) in Augusta (Sicilië), met wetenschappelijk lyceum, accountancy- en toerisme-opleidingen en mechanische en elektronische engineering. “Afstandsonderwijs gaat in tegen de ziel van het Italiaanse volk. Wij zijn van het ontmoeten, plezier hebben in het leven, dichtbij elkaar zijn. Onderwijs is gebaseerd op relaties, uitwisselingen. Daar hebben kinderen behoefte aan. Ook nu. Zeker nu. Leerlingen maken iets mee wat ze nog nooit meegemaakt hebben. Daarom adviseer ik leraren ook om de menselijke aspecten goed in de gaten te houden. Wees menselijk. Zeg hallo. Vraag hoe het met iedereen gaat.” Het gaat best goed met het onderwijs, vindt Castorina. Wel maken leraren heel veel uren. Ze is trots op haar team. “Ze klaren een geweldige klus in deze voor Italië zo moeilijke periode.” Al is het in Sicilië nog relatief rustig, want het is een geïsoleerd eiland ver van de noordelijke regio’s. Toch ligt ook hier sinds begin maart het openbare leven stil en zijn de scholen gesloten. Iets later dan Lombardije, waar dat al eind februari het geval was. De school van Castorina is, net als alle scholen in Italië, meteen begonnen met online lessen via onder meer Moodle en Zoom. “De meeste leerlingen hebben wel een device thuis, iPad of computer, maar soms is er maar een per gezin en zijn er twee of drie kinderen en ouders die thuiswerken. Dan zijn er meer computers nodig. De school heeft computers gebracht naar deze kinderen.” In opdracht van het ministerie van Onderwijs hebben Italiaanse schoolleiders onlangs uitgebreid gecontroleerd op ‘niet aangesloten’ leerlingen en uitgezocht waarom zij niet zijn aangesloten. Van leerlingen die door onwil niet meedoen, zijn de ouders op de hoogte gebracht. Aan leerlingen die geen verbinding hadden door technische problemen, hebben scholen de op school aanwezige laptops en tablets gratis uitgeleend. Voor gezinnen die geen verbinding hebben met een netwerk (hoewel dat er weinig zijn), kopen scholen tegen lage prijzen kaarten voor mobiele telefonie. De overheid heeft 2.500 euro per school toegewezen voor technische ondersteuning bij online werken.
‘Slow down’
De online lessen van het Instituto Arangio Ruiz duren zo’n twintig minuten. Daarna is er tijd om na te praten. Schoolleider Castorina: “Ik zeg steeds: slow down, doe niet te veel, zorg dat de leerlingen je kunnen volgen. Dit is niet hetzelfde als in het klaslokaal. Het is veel vermoeiender.” Volgens Pinella Giuffrida, de Italiaanse vertegenwoordiger in de European School Heads Association (ESHA), is dat een boodschap die schoolleiders dagelijks geven aan hun leraren. “Lesprogramma’s en lesdoelen zijn bijgesteld, beoordeel leerlingen dus naar de nieuwe criteria. Die zijn er niet voor niets.” Schoolleiders hebben diverse manieren om de voortgang te monitoren. Ze hebben toegang tot de elektronische bestanden van leraren en kunnen zo de voortgang van de lessen en de taken die de leraar heeft opgegeven volgen. Schoolleider Castorina vraagt haar leraren tweewekelijks een kort rapport op te stellen over de voortgang. Elke veertien dagen vergaderen schoolleider en leraren online om samen te bespreken hoe het gaat met de leerlingen. Castorina heeft daar al goede ervaring mee met haar team. Ook schoolleider Alfio Russo van het Istituto Comprensivo Anne Frank in Agrigento (1.200 leerlingen van 3 tot 14 jaar) en het IISS Michele Foderà (technisch onderwijs voor 460 leerlingen van 14 tot 19 jaar) overlegt op die manier met zijn teams. Ook voor zijn leraren zit de uitdaging in het bereiken van alle leerlingen, de communicatie met ouders en de techniek. Russo: “Het is nu vooral moeilijk om een beginnende leraar feedback te geven op zijn activiteiten.”
Opvang door familie
Spanje sloot de scholen op 13 maart, vertelt Jaume Prat. Prat is directeur van Escola Massana in Barcelona, dat kunstonderwijs verzorgt. Hij is tevens voorzitter van Axia, de AVS van Catalonië. Ook voor Spanje is het een nieuwe ervaring. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de opvang van hun kinderen, ook de ouders in cruciale beroepen. Scholen en kinderopvangorganisaties hebben hierin geen rol en opvang gebeurt dus in familieverband. Wel verzorgt de Catalaanse overheid lunches voor leerlingen. Zij krijgen een kaart waarmee ze de lunch kunnen kopen. Deze kaart is er alleen voor families die altijd al gebruikmaken van de door de overheid betaalde schoollunch.
Leerlingen in Spanje krijgen thuis les via een verscheidenheid aan online platforms. “Voor schoolleiders is het moeilijk om controle uit te oefenen op wat er allemaal gebeurt, maar iedereen doet zijn best”, zegt Prat.
Op het moment dat in Nederland het bericht komt dat de centrale examens niet doorgaan, is men in Italië daarover nog in afwachting. In Spanje zijn alle examens uitgesteld, zowel de entree-examens voor de universiteit als die van alle scholen.
Geen competitie
In Slovenië zijn er op het moment van schrijven ook nog geen beslissingen genomen over de eindexamens. Als voormalige provincie van Joegoslavië is het land niet onbekend met crisissituaties, maar Slovenië heeft nog nooit een vergelijkbaar omvangrijke schoolsluiting meegemaakt, vertelt Barbara Novenic van ZRVS, de Sloveense organisatie voor schoolleiders in peuter- en kleuteronderwijs. Een netwerkorganisatie die nauw samenwerkt met de overheid en ondersteuning biedt met IT-trainingen en professioneel advies. Alle kinderopvanglocaties, scholen en universiteiten in het land sloten hun deuren op 16 maart. Novenci: “De situatie is in de meeste scholen in Slovenië vergelijkbaar. Maar aangezien schoolleiders en leraren verschillen, zal de invulling per school verschillen. De lessen worden online gegeven. En soms wordt didactisch materiaal via e-mail gestuurd.” Omdat niet alle kinderen beschikken over voldoende computers thuis, zijn ook de scholen in Slovenië ertoe overgegaan om hun computers naar de kinderen thuis te brengen. Daarnaast hebben bedrijven aangeboden om die gezinnen van computers te voorzien. Lokale en nationale providers zorgen voor gratis toegang tot webportals.
Er is in Slovenië kinderopvang geregeld voor peuters, kleuters en basisschoolkinderen tot tien jaar voor alle ouders die werkzaam zijn in de gezondheidszorg en andere essentiële beroepen. Niet in de school zelf, maar thuis bij ouders of leraren van school die zich opgegeven hebben als vrijwilliger. Gemeenten zorgen voor warme maaltijden (lunch) en vervoer (vrijwillige chauffeurs uit het openbaar vervoer) voor alle kinderen uit sociaaleconomische achterstandsgezinnen.
Ook de leraren werken vanuit huis. Het materiaal voor het afstandsonderwijs is verzameld op de servers van de scholen. Veel gebruikt wordt een nationaal didactisch online platform, maar leraren gebruiken ook Teams, Zoom en Skype. Schoolleiders kunnen controleren wat er zoal gebeurt. Zijn leraren ziek dan worden leerlingen gelinkt aan andere leraren. Volgens Novenic is de kwaliteit van het onderwijs voldoende, maar wel verschillend. Hoe men de voortgang van de lessen en leerresultaten gaat meten, is na de eerste paar weken van schoolsluiting nog niet duidelijk. Kinderen die van hun ouders veel steun krijgen in deze dagen zijn duidelijk in het voordeel. Dat baart Novenic zorgen. “De professionaliteit van onze leraren is cruciaal. Ik zie wel dat de kennis op het gebied van ict beter kan, net als de technische ondersteuning aan scholen vanuit de overheid.” Haar oproep is dan ook om te leren van elkaar. “Gebruik de kennis van de hele community. Deel ideeën en goede voorbeelden. Geen competitie nu. Wacht niet op instructies, maar ga aan de gang. En bied de beste ¬ondersteuning die je kunt bieden aan leerlingen.”
De genoemde buitenlandse schoolleidersorganisaties zijn net als de AVS aangesloten bij de European School Heads Association (ESHA). AVS-leden zijn evenals als hun buitenlandse collega-schoolleiders indirect lid van ESHA. Zie www.esha.org
‘Finnen zijn van zichzelf al meer afstandelijk’
Peter Grimbergen verruilde vijftien jaar geleden het Nederlandse voor het Finse onderwijs. Hij is momenteel leraar sport en gezondheidsleer op de Meilahden Yläasteen school (een middenschool) in Helsinki. “Hier in Finland hebben we het ‘geluk’ dat we een tot twee weken op Zuid- en Midden-Europa achterliggen qua coronabesmettingen, en dus leren van Italië en Spanje. Ook hier zijn de scholen dicht¬gegaan. De kinderdagverblijven niet. Ik geef vanuit huis les op afstand: via Google Classroom allerlei soorten vooral fysieke opdrachten die je thuis of in het bos kan doen. Mijn collega’s geven ook digitaal les, via Google Hangout, Teams, et cetera.
In Finland leven we met weinig mensen op een groot oppervlak. Ook zijn Finnen van zichzelf al meer afstandelijk. En goed in regels naleven. Dus hier zal het denk ik niet zo erg worden.”