Het was niet alleen voor leerlingen en leraren een vreemd jaar, ook voor ouders. Zeker in het basisonderwijs. Tijdens de lockdowns kwamen kinderen en ouders niet op school, en toen de kinderen wel naar school mochten, was het schoolgebouw voor ouders verboden terrein. Normaal brengen ouders, in elk geval hun jonge kind, tot aan de kapstok en vaak tot in het klaslokaal. Wat voor effect hebben deze situaties gehad op de relatie tussen school en ouders? En wat kunnen we hiervan leren?
In mijn werk interview ik veel leerkrachten en ouders over hoe zij samenwerken en communiceren. Ook dit jaar, al vonden veel van deze interviews nu online plaats. Het viel me op dat directeuren en leerkrachten aangaven dat hen de situatie zonder ouders in de school eigenlijk prima beviel. In eerste instantie schrok ik daarvan, want scholen weten inmiddels toch hoe belangrijk goed contact tussen school en ouders is? Diverse studies hebben immers aangetoond dat kinderen zich daardoor beter ontwikkelen. Maar luisterend naar hun argumentatie begon ik het beter te begrijpen. Ouders ’s ochtends in de school en klaslokaal veroorzaken vaak onrust. Ouders die nog even iets aan de leerkracht willen vragen of meedelen. Soms zijn het dezelfde ouders die altijd aandacht vragen, dikwijls tot zichtbare ergernis van weer andere ouders die ook nog even contact willen met de leerkracht. Ouders die vlak voor het klaslokaal blijven praten, en op deze manier lessen verstoren. Nee, dan liever zonder ouders: wat een rust!
Wat scholen ook als positief hebben ervaren is dat ouders door het thuisonderwijs meer begrip kregen voor de leerkracht en de moeiten die het onderwijs soms met zich meebrengt. Door het thuisonderwijs hebben ouders gezien en ervaren hoe hun kind worstelt met bepaalde leerstof of zich moeilijk kan concentreren. Ouders toonden openlijk respect voor de leerkracht.
Ook ouders die ik sprak waren bijzonder positief. Ondanks veel ongemak van het thuisonderwijs genoten veel ouders van de ontwikkeling van hun kinderen die ze nu van dichtbij mee konden maken. En hoewel ze het jammer vonden dat ze niet meer de school in konden toen hun kinderen wel weer naar school mochten, gaven veel ouders aan dat ze leerkrachten zo waarderen omdat ze alles uit de kast hebben gehaald om hoe dan ook contact met hen als ouders te krijgen. Want het thuisonderwijs moest slagen en afstemming moest er hoe dan ook zijn. Leek een ouder onbereikbaar? Dan zochten leerkrachten wel creatieve manieren om toch in contact te komen, desnoods door even langs te gaan. Ouders die digibeet zijn? Leerkrachten boden ouders ondersteuning aan. Spraken ouders geen Nederlands of een gemeenschappelijke taal? Scholen zetten andere ouders in om te tolken. Taalbarrières werden geslecht, andere kloven overwonnen en contact bleek vrijwel altijd mogelijk. Want waar een wil is, is een weg. “Wat ik nooit meer kwijt wil raken, is het góede contact met een leerkracht,” vertelde een ouder.
Wat kunnen we leren van deze situatie voor het nieuwe schooljaar? In de eerste plaats: we moeten ons afvragen of we die inloop ’s ochtends niet moeten beperken. Voor de rust van het kind, maar ook voor die van leerkracht. Laat hen ongestoord de dag beginnen en beperk de inloop tot bijvoorbeeld één ochtend in de week. Laat leerkrachten ’s morgens met rust om nog snel even je verhaal of mededeling kwijt te kunnen. In de tweede plaats: zorg dat je als leerkracht hoe dan ook goed contact met elke ouder hebt. Dat vraagt vooral inspanning en soms creativiteit aan het begin van het schooljaar, maar je plukt er het hele jaar de vruchten van.
Ten slotte: zorg ervoor dat de twee belangrijkste leefwerelden van kinderen (thuis en school) op elkaar zijn afgestemd. Of om met de bekende hoogleraar Joyce Epstein te spreken: kinderen zijn gebaat bij ‘school like families’ en ‘family like schools’. Hoe? Door als ouders niet alleen het belang van je eigen kind voor ogen te houden, maar je ook verantwoordelijk te voelen voor het welzijn van andere kinderen en ouders en voor het welzijn van de leerkrachten. En door als school zo betrokken op ouders te zijn (“ouderbetrokkenheid”) dat ouders zich altijd gekend weten en serieus genomen voelen, ook in hun soms te hoge verwachtingen. Want vooral in de positieve verwachtingen van ouders zit het succes van ouderbetrokkenheid, ouders die trots zijn op hun kind.