“Leraren basisschool voelen zich veilig, toch ervaart ruim helft ongewenst gedrag” kopt het NOS op 7 oktober jongstleden. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau DUO Onderwijsonderzoek en Advies. Maar waar komt dat ongewenste gedrag dan vandaan?
“Het gaat om verbaal of fysiek geweld van leerlingen, ouders of collega’s. Een derde van de docenten zegt verbaal te zijn geïntimideerd door leerlingen. Meestal gaat dit om schreeuwen en schelden of beledigen. Eén op de tien leerkrachten heeft fysiek geweld meegemaakt, zoals duwen, schoppen of slaan. Verbaal geweld door ouders komt ook voor. Een kwart van de basisschoolleraren heeft daar last van gehad. Ook voelen leraren zich soms onder druk gezet door ouders, bijvoorbeeld om een leerling over te laten gaan. 5 procent heeft dit het afgelopen jaar ervaren. Ook collega’s en leidinggevenden in het primair onderwijs maken zich schuldig aan ongewenst gedrag, zoals aanhoudend bekritiseren en kleineren. 8 procent van de basisschooldocenten heeft te maken gehad met deze vormen van verbaal geweld door collega’s, 7 procent door leidinggevenden.”
Het zijn dus niet alleen de ouders maar vooral de leerlingen en ook collega’s en zelfs leidinggevenden. Iedereen maakt zich schuldig aan geweld in het onderwijs. Maar Trouw kopt op 7 oktober over ditzelfde onderzoek: “Kwart leraren bassischool wordt verbaal geïntimideerd door ouders.” Alsof ouders de grote boosdoeners zijn. Het zal wel meer nieuwswaarde hebben, in de media meer sensatie oproepen wanneer we ouders op deze manier in de spotlight zetten. Maar eerlijk is het niet.
Ik betrap mij er de laatste tijd steeds meer op dat ik in mijn vrije tijd het vaak niet meer fijn vind om te vertellen wat voor werk ik doe. Zoals laatst toen ik naast een vader zat in de rust tijdens een korfbalwedstrijd van mijn dochter. “Wat voor werk doe jij?” “Ik train en adviseer scholen in het beter samenwerken met ouders.” “Och ja, ouders… vreselijk. Ze worden steeds mondiger. Ze gedragen zich echt niet.” “Nou, misschien ligt het wel wat genuanceerder, dat probeer ik scholen altijd mee te geven.” “Oh nee hoor, ik heb in de MR gezeten, je wilt niet weten wat er allemaal langskomt.” En zo ziet ongeveer elke reactie eruit op verjaardagen, tijdens vakantiegesprekjes et cetera.
Na een lezing die ik onlangs gaf, kwam er een leerkracht naar me toe die vertelde dat het met haar kind niet goed ging op school. “Ik denk echt dat ze anders met haar moeten omgaan,” zei ze in tranen. “Maar ja, ik wil er ook niet teveel van zeggen, want ik wil geen zeurouder zijn.” Ik vroeg haar waarom ze dacht een zeurouder te zijn. “Ach die zijn er zoveel op scholen, het staat toch ook vaak in de kranten? En als ik teveel zeur over mijn kind, wordt mijn kind daar misschien de dupe van, zullen ze haar anders gaan behandelen. Want ze is een kind van een zeurouder die haar kind teveel wil beschermen.”
“Parents are the advocates of their children” is een uitspraak van de Parent Teacher Association (PTA) in Amerika (www.pta.org). Ouders zijn de pleitbezorgers van hun kind en horen op te komen voor hun kind, één van de belangrijkste taken die een ouder heeft. Want als ouders niet meer voor hun kind opkomen, wie doet het dan nog? Ouders hebben juist de taak ons als professionals kritisch te volgen, een gezonde dosis wantrouwen in ons te hebben, zodat we scherp blijven. “Ook voelen leraren zich soms onder druk gezet door ouders, bijvoorbeeld om een leerling over te laten gaan” volgens het bericht van de NOS, maar misschien is dit wel heel gezond en zegt dat onder druk zetten meer iets over onze manier van communiceren, de wijze waarop we ouders meenemen in een proces over hún kind of over ons gebrek aan kennis over bijvoorbeeld een acceptatieproces van ouders en hoe we daar mee om moeten gaan.
Laten we ouders vooral uitnodigen om kritisch te zijn. Dat geeft lucht en ontspanning: ouders hebben minder het idee dat ze zeurouders zijn, zijn daardoor wellicht minder gespannen en hopen minder zaken op. Kritische ouders maken bovendien betere professionals van ons. Het uitnodigen van ouders om vooral op te komen voor hun kind zorgt ervoor dat we kritiek niet te persoonlijk aantrekken. En hoe dan ook: ouders zijn de beste adviseurs van de school: of ze hebben een punt of ze leren ons nog beter grenzen te stellen.
Peter de Vries is bij AVS Academie docent van de leergang Ouderbetrokkenheid.