Nieuwsgierig naar elkaars diepere motieven die schuil gaan achter onze blogs, interviewden Ferdinand en Peter elkaar. Vandaag interviewt Ferdinand zijn vriend Peter.
Dit is deel 2, lees deel 1 hier
Word jij langzamerhand niet helemaal gek van die ouders?
Nee, het boeit me elke keer weer dat volwassen mensen het allerbeste met kinderen voor hebben en dat het soms zo mis kan gaan tússen die volwassenen. Die puzzel ontwarren en vooral voorkomen, blijft me boeien. Wat me vaak zeer doet, is dat kinderen vaak de dupe zijn van volwassenen die niet goed samenwerken, zij zitten er dan tussenin. Maar de verhalen over ouders zijn wel het meest heftig, is mijn ervaring. Logisch, want ouders reageren heftiger, het gaat immers om hun kind, het dierbaarste wat zij ‘bezitten’. En wat we niet moeten vergeten: de school is een van de weinige plekken waar zo’n beetje de hele samenleving langskomt: gelukkige, psychisch zieke, rijke, arme, gescheiden mensen… en in welk beroep mag je zo lang met een gezin meelopen en heb je zoveel inkijk in een gezin, al was het alleen al door wat kinderen in hun onschuld vertellen over thuis? Dat maakt ouders ook kwetsbaar. Soms heb ik het idee dat we van al deze ouders één soort ouder willen maken, die allemaal keurig thuis lezen met hun kind, op al of niet interessante bijeenkomsten komen die wij als school organiseren en aan al onze oproepjes om mee te helpen gehoor geven. En als je dit niet doet, zou je als ouder niet zo betrokken zijn.
Wanneer is jouw werk klaar?
Ik zeg vaak tegen mijn vrouw dat mijn doel is dat mijn werk zo snel mogelijk overbodig is, dat zou het mooiste zijn. Maar tegelijk weet ik dat dit nooit zal gebeuren. Want samen opvoeden, thuis en school, zal vaak lastig blijven, zeker als je verschillende belangen hebt. Ouders hebben in feite maar één belang: dat van hun kind, daar vechten ze voor. En een school heeft het belang van alle kinderen voor ogen, de druk van de inspectie om kinderen gemiddeld of daarboven ‘af te leveren’, persoonlijke carrière (niks mis mee natuurlijk) enzovoort.
Mijn werk zou ook eerder klaar zijn als we wat meer kunnen relativeren. Die hele maatschappij in de school zorgt ervoor dat je nogal wat streekromans en Netflix-series van dichtbij meemaakt. Mensen die gewend zijn erop los te slaan en hun kind dat ook leren, ‘hoogopgeleide agressie’, je kunt met van alles te maken krijgen. En dat is niet nieuw als ik krantenberichten mag geloven. Tot het begin van de 19de eeuw heb ik artikelen teruggevonden over ‘lastige’ ouders. Dat hoort gewoon bij ons vak. Ik praat uit ervaring, ik heb zelf jaren voor de klas gestaan, ben locatieleider geweest en heb ook bijzondere dingen met ouders meegemaakt.
Mijn werk is ook eerder af als we niet zo in hokjes denken en handelen. We kennen in Nederland allerlei belangenverenigingen: organisaties die opkomen voor ouders, voor leerkrachten, voor leerlingen… Ik werk al jarenlang samen met en laat me steeds weer inspireren door de Amerikaanse Parent Teacher Association, de PTA: al meer dan 125 jaar één club voor alle partijen met maar één centraal belang: het kind, de jongere. Door het besef dat elk kind recht heeft op een goede samenwerking stap je als volwassene soms je eigen schaduw voorbij. Want voor leerlingen is het goed als zij zien dat hun ouders en hun juf of meester het prima kunnen vinden met elkaar.
Zolang wij niet professioneel in ons werk staan, gaat het ons sowieso niet lukken met die ouders. Of zie jij dat anders?
Daarmee leg je het veranderingspotentieel neer bij de professional. En dat onderschrijf ik van harte! Ik vind het onverantwoord dat leerkrachten onvoldoende worden voorbereid op het samenwerken met ouders. Dat leid ik af uit verschillende onderzoeken en ook bijvoorbeeld uit een artikel uit de Volkskrant vorig jaar waarin slechts vier procent van de leerkrachten aangeeft zich door de opleiding voorbereid te voelen op het samenwerken met kritische ouders. En wat ik zo hoor van leerkrachten, en dat is mijn eigen ervaring ook van 35 jaar geleden, komen pabo’s vaak niet verder dan een les oefenen van gesprekken met ouders. Alsof ouderbetrokkenheid alleen met wat vaardigheden heeft te maken die je in één les met acteurs onder de knie krijgt en wat je vervolgens maar in de praktijk moet leren. Dat is ook de reden dat ik nu in mijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen bezig ben met een diep onderzoek naar de competenties waarover leerkrachten moeten beschikken om ouderbetrokkenheid te vergroten en samen te werken met ouders. Dus ook competenties die gaan over kennis en attitude. Die competenties distilleer ik uit onderzoeken van de afgelopen twintig jaar en uit focusgesprekken die ik heb gevoerd met groepen ouders en groepen leerkrachten. Daarna ga ik kijken of ik het werken aan deze competenties terugvind in de curricula van verschillende pabo’s.