Veiligheid, je veilig voelen, is een belangrijk thema op scholen. In de eerste plaats voor kinderen, maar ook voor medewerkers. We hebben er zelfs een orgaan voor: het ‘Adviespunt School & Veiligheid.’ Dit Adviespunt staat “onderwijsprofessionals met vragen over sociale veiligheid met raad en daad terzijde”1. Terecht, want onveiligheid kan onmenselijke vormen aannemen en traumatiserend zijn. Onveiligheid kan gaan over pesten, grensoverschrijdend gedrag op seksueel gebied, intimidatie, agressie enzovoort. “De schoolleider hoort hierbij een modelfunctie te hebben voor de leerkrachten.”2 Maar is er eigenlijk wel voldoende aandacht voor de veiligheid van de schoolleider?
Schoolleiders worden blootgesteld aan allerlei anonieme inventarisaties over hun functioneren. Is het niet de verplichte Risico Inventarisatie & Evaluatie (RIE) dan zijn het wel de tevredenheidsonderzoeken die onder ouders en collega’s worden afgenomen. Natuurlijk ook onder leerlingen, maar die lijken doorgaans wat milder te oordelen over schoolleiders of hebben daar wellicht minder zicht op. En ten slotte heb je ook nog de inspectiebezoeken met interviews die over de schoolleider kunnen gaan. Veiligheid is natuurlijk een belangrijk thema, maar het woord ‘onveiligheid’ lijkt tegenwoordig ook weleens een toverwoord te zijn om te forceren wanneer iemand zich niet kan vinden in het beleid van de schoolleider..
En zo staat de schoolleider al gauw in de schijnwerpers van ouders, medewerkers, bestuurders en inspectie ten aanzien van zijn of haar functioneren. Natuurlijk is het belangrijk dat een schoolleider werkt aan een veilig klimaat op school, maar is deze anonieme werkwijze wel eerlijk naar de schoolleider? Het is een dilemma: anoniem durven mensen eerder zaken aan te kaarten, maar voor een schoolleider is een anonieme zoektocht naar zijn of haar creëren van een (on)veilig klimaat in veel gevallen al per definitie onveilig. En wie beschermt de schoolleider?
Uiteraard wordt er nader onderzoek gedaan wanneer er signalen uit diverse metingen zijn van onveiligheid door de schoolleider. Bijvoorbeeld door middel van verdergaande interviews. Maar de dieperliggende systeemfout is, denk ik, dat we in dit soort onderzoeken een cultuur hebben gecreëerd van anoniem beoordelen in plaats van samen evalueren. Ik ben enorm voor evalueren, maar heb grote moeite met anoniem spuien van dingen die iemand niet zint. We hebben vertrouwenspersonen en een vertrouwensinspecteur wanneer de onveiligheid te groot is om iets met de schoolleider zelf te bespreken, bijvoorbeeld vanwege geen gehoor of intimidatie. Die terechte ‘veiligheidsklep’ hebben we al in ons systeem gebouwd. In alle andere gevallen ligt er een belangrijke verantwoordelijkheid bij degene die zaken wil aankaarten omdat in alle openheid te doen, waarbij de schoolleider ook kan uitleggen waarom hij of zij tot bepaalde keuzes is gekomen. Dat bevordert een open en veilige schoolcultuur.
Ook is het onterecht om de kwaliteit van de schoolleider te meten met de mate van tevredenheid. Want tevredenheid is iets anders dan kwaliteit. De schoolleider die impopulaire beslissingen moet nemen tot aan ontslag van mensen toe, zal in veel gevallen niet hoog scoren op tevredenheid, terwijl zijn of haar beslissingen misschien van topkwaliteit zijn. Ook dan wordt al snel het woord ‘onveiligheid’ in de mond genomen. Laten we daarom de onveilige en onbetrouwbare tevredenheidsonderzoeken snel vervangen door evaluatieve waarden gedreven dialogen in plaats van anonieme beoordelingen. Onbetrouwbaar, omdat kwaliteit zich niet in eendimensionale kwantitatieve cijfers laat meten. Onbetrouwbaar, omdat een anonieme beoordeling heel iets anders is dan een evaluatie. Beoordelen doe je alleen en evalueren doe je samen, dus mét in plaats van óver de schoolleider. Laten we stoppen met schoolleiders af te rekenen op tiende punten die zij lager scoren dan eerder of dan andere scholen op bepaalde onderdelen in zo’n anoniem tevredenheidsonderzoek. Zodat de school ook een veilig werkklimaat voor de schoolleiders kent.