De coronatijd geeft ons het idee dat we de invulling van begrippen als school, IKC, brede school of scholengemeenschap ineens hebben moeten uitbreiden. Het woonhuis werd de school of het leerplein, de slaapkamer of woonkamer werd het klaslokaal. Het gymlokaal werd de achtertuin, het park of het balkon. Praktijklokalen vond je thuis in de keuken, badkamer of de schuur. Ouders werden leerkrachten, onderwijsassistenten, conciërges en remedial teachers ineen. Het afstandsonderwijs met behulp van moderne media en blended learning werd de dagelijkse
werkelijkheid en een nieuwe realiteit. De hele omgeving van de leerling was ineens de school.

Misschien is de tijd rijp om niet meer te denken in ‘moeten’ maar in ‘mogen’. Want al voor de crisis werd er nagedacht over de begrippen school, leren in onderwijstijd en in pedagogische tijd. De visie dat het leven voor een kind één grote speel- en leertuin is, paste al meer en meer in het anders organiseren van onderwijs. Veel scholen waren al bezig met het inrichten van 24/7 onderwijsconcept, waarbij het formele en informele leren bij elkaar komen in de totale ontwikkeling. Integratie van het gegeven dat leren en ontwikkelen niet alleen plaats vindt tijdens kantooruren en tussen de vier muren van de school.

Mede dankzij de crisis mogen we met name het informele leren en het leren via digitale mogelijkheden als normaal onderdeel van het onderwijsleerproces vasthouden en nader uitwerken. Het is geen gedurfde onderwijsvisie meer,
maar een nieuwe werkelijkheid.

Interessant?
Dit artikel stond in Kader, het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden maandelijks ontvangen. De AVS komt op voor de belangen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs. Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan iedere maand een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.