De connotaties rond groei en krimp zijn de afgelopen periode gegroeid. Normaal draait tussen 0 en 18 jaar alles om groei in de zin van fysieke en persoonlijke ontwikkeling, competentieontwikkeling of talentontwikkeling. Op school denken we bij groei en krimp vooral aan leerlingenaantallen, ruimtebehoefte, personele bezetting of arbeidsmarktvraagstukken (waarover meer in dit nummer). Tegenwoordig associëren we groei en krimp ook – dagelijks – met COVID19-besmettingen, IC-opnames, maatregelen en urgenties. We laten ons meenemen in de groei en krimp van media-aandacht voor dit thema. De groei en krimp van de economie raakt onze dagelijkse actualiteit. Want wanneer kinderen naar school of opvang gaan, hebben ouders gelegenheid tot werken. Maar ook waar spanningen oplopen of economische problemen toeslaan, werkt dit door in gezinssituaties en raakt het onze leerlingen en collega’s.

Er is tegelijkertijd een enorme groei in onderwijsinnovatie en persoonlijke ontwikkeling van onderwijsprofessionals, en de dreigende krimp hiervan door onderbezetting en werkdruk. Onder druk van de urgentie was groei mogelijk in het aantal devices en internettoegangen voor leerlingen, digitale leermiddelen werden vrij ter beschikking gesteld. Maar direct na de eerste normalisaties was er al weer krimp: devices moesten weer ingeleverd worden en voor digitale leermiddelen moet weer ouderwets betaald worden. Ook is er de afwijkende groei en krimp in de voortgang van leerlingen: sommigen gingen sneller dan ooit, anderen raakten (verder) achter. En ondanks de aanhoudende krimp in het aantal schoolleiders is er een enorme groei in leiderschap en is ook de waardering daarvoor zichtbaar geworden. Inspirerende en dienende schoolleiders die als cruciale schakel de (virtuele) school en samenwerkingen organiseren, hun teamleden positioneren en mensen in hun kracht weten te zetten. Maar vooral is er de groei van daadwerkelijk de leerlingen centraal zetten en dat om weten te zetten in concrete acties. Ineens was heel veel mogelijk dat daarvoor (op korte termijn) niet haalbaar leek of toegestaan was. Ik pleit ervoor dat we op dit punt krimp niet accepteren, maar deze groei op alle niveaus vasthouden als de koers voor het nieuwe normaal.