Vorige week vrijdag hadden wij ons teamuitje. Wekenlang wisten we niet wat we gingen doen, waar we naartoe gingen of wat er meegenomen moest worden. Voor vele planmatigen onder ons een regelrechte verzoeking. We moesten in ieder geval in sportkleding naar school komen. Ook dat zette te denken. Ik had een kofferbak vol met zwemvliezen, duikbrillen en rolschaatsen, zodat ik niet mis zou grijpen.

We moesten verzamelen bij een voetbalkantine, van daaruit werden alle activiteiten gedaan. Als we een voetbalkantine als uitvalbasis hebben bij een teamuitje, kan het teamuitje bij mij al niet kapot. Een voetbalkantine is een soort alleszeggende synopsis van het leven – voor mij een soort thuiskomen, om er nooit weg te hoeven gaan. Ik zocht direct naar de geluidsinstallatie.

De organisator van het teamuitje had allerlei leuke spelletjes bedacht op het hoofdveld, die tegelijkertijd energiek en confronterend waren. We zagen elkaar heel anders dan in de waan van de dag. We hoorden dingen van elkaar, die je zo op het eerste oor niet zou horen. En we zagen gedrag dat we niet direct konden thuisbrengen bij elkaar.

Ikzelf zou bijvoorbeeld nooit valsspelen bij blindemannetje. Want dat doe je niet.

In de kantine viel mij op hoe fel er gespeeld werd bij tafelvoetbal. En hoe groot de teleurstelling was als er werd verloren, vooral als de tegenstander zich niet aan de regel hield dat je niet mag molenwieken bij tafelvoetbal. Iedereen weet dat je niet mag molenwieken bij tafelvoetbal. Tafelvoetbal is elkaar de maat nemen, bij tafelvoetbal weet je wie je echte vrienden zijn.

Een ander gouden moment van het teamuitje ervoer ik toen er plots oer-Hollandse bami* op tafel kwam. We aten Chinees in een voetbalkantine, Donna Summer zong haar mooiste nummers door de speakers – mooier dan dit was niet mogelijk. Ik zag collega’s in een andere hoedanigheid, ik leerde hen op een andere manier kennen.

Een teamuitje is een soort stilzetten van tijd en elkaar ontmoeten in een andere sfeer. Daar kan de tijd genomen worden voor andere gesprekken, voor andere vragen, voor ander gedrag. Dat laatste vind ik misschien wel het mooiste aspect van een teamuitje.

Je verwacht het niet bruut te worden afgemaakt door de juf van groep 4/5 bij tafelvoetbal. In het dagelijks leven groet ze je altijd vriendelijk, neemt zij een bescheiden plek in in het overleg en beheert zij de Lief en Leed-pot.

Je verwacht het niet dat je verslagen wordt door je conciërge met bowlen. Die grijnzend spare aan spare aan spare rijgt en ondertussen je biertje aangeeft. Nee, hij bowlt nooit.

Bowlen is overigens het beste stilte-moment in organisatie- en teamontwikkeling. Zelden zoveel mensen tegelijkertijd zo hard horen lachen. Bij bowling kom je nader tot elkaar.

Het begint al bij het aantrekken van de hippe schoenen met klittenband – schoenen die door iedereen gedragen worden. Iedereen vindt iets van deze schoenen. Misschien had de vorige gebruiker wel zweetvoeten of eczeem. De een trekt er zijn neus voor op, de ander zijn schouders.

Dan de ballen. Die zijn of te zwaar of te weinig. De gaten zijn te smal voor de vingers of te ver uit elkaar. De banen lopen af en de kegels vallen maar niet om. Bij bowlen leert de mens ten diepste de ander kennen.

Met een grote glimlach reed ik vorige week vrijdag weer naar huis. Ik had zo’n beetje alles verloren, maar zoveel meer gewonnen.

Teamuitjes zijn de still-shots om er even uit te kunnen stappen. Vooral naar elkaar toe.

* Check het Openlucht Museum in Arnhem maar eens; daar staat een Chinees restaurant, een van de eerste in ons land.