Je zou het zo niet zeggen, maar ik ga wekelijks naar de sportschool. Behalve als het regent of koud is, het werk mijn alle aandacht vraagt of wanneer er enorme drukte is op de weg. Dan wil ik nog weleens overslaan. Ik doe het niet graag, maar ik moet me hier toch wel een beetje in bescherming nemen.

De sportschool zelf – Indoor Action Arnhem – vindt overigens dat ik mezelf teveel in bescherming neem en doet wat laatdunkend over absolute wil en zelfdiscipline.

Hangen in de ijzers, trekken aan zware gewichten, het is goed voor je lijf en ruimt je geest en diens gedachten wat op. Ik ontdekte dit op jonge leeftijd toen ik volk en vaderland diende als militair. Ik hing en trok en ruimde op dat het een lieve lust was. Toen ik na militaire dienst – ver daarna overigens – het onderwijs in ging, stond ik als een afgetrainde Adonis voor de klas en gaf ik met een schoon gemoed leiding aan organisaties.

Ik mocht er zijn, hoor!

Pas vele jaren later kreeg ik door dat het vooral ging om de strijd tegen mijn ‘sterfelijkheid’ – een toekomstbeeld waar ik reeds op jonge leeftijd niet aan wilde. Ik trainde vooral om de onherroepelijke afbrokkeling van de tempel te vertragen; ik moest redden wat er te redden viel.

Terugkijkend was ik toen al – hoe oud was ik, 17? -bezig met ‘anders organiseren’. Ik moest iets bedenken op die ‘sterfelijkheid’. Ouder worden prima, maar in ’s hemelsnaam niet inboeten op kracht en vitaliteit.

Jarenlang was ik bezig met de buitenkant van die tempel; goeie armen, indrukwekkende schouders, bovenbenen van beton en een buik waarop een oude kaas te raspen was. Buitenkant wordt bekeken en is een mooie indicatie van datgene dat zich binnenin afspeelt.

Heb ik lang gedacht, oh onwetende!

Totdat ik pezen afscheurde, kraakbeen versleet bij de vleet en een ruggengraat bleek te hebben die al die window-weelde, al die buitenkant-glorie, niet kon dragen. Ik bleek mijn interne organisatie niet op orde te hebben. Mijn ‘anders organiseren’ bleek op zand gebouwd.

Nu is het onderwijs niet op sterven na dood; ook niet met zoveel tekorten op de arbeidsmarkt, ook niet als derving van kwaliteit wordt vermoed. Maar het onderwijs verdient wel drastisch anders te worden georganiseerd. Voordat het definitief door zijn rug gaat. En daarmee de mensen in het onderwijs.

‘Anders organiseren’ is van de lange adem, van regelmatig naar de sportschool gaan – ook als het regent of koud is. Het is morgen niet gerealiseerd, het is een voortdurend proces van herijking, van vernieuwing, van anders doen.

Maar dan wel basaal ingezet.

Om anders te organiseren dient het bestaande framewerk op orde te zijn. Hebben we de muren der structuur stevig staan? Is de interne organisatie voldoende voorzien van fundament en stormankers? Kunnen de onderwijsschouders het ‘anders organiseren’ aan?

Ikzelf heb een tijdlang moeten passen. Geen gewichten erbij voor deze meid. Ik moest eerst aan het werk met mijn eigen interne organisatie; ik moest anders gaan trainen om rug en oude gewrichten te ontzien voordat ik verder kon met de buitenkant.

Pleidooi van deze column:

Omwille van ons allen en allen die ons lief – zakelijk natuurlijk – zijn: verstevig rug en schouders, versterk de knieën en draag goede schoenen voordat je aan anders organiseren begint.