Nog nooit werd er zo veel gevraagd van schoolleiders als tijdens de coronapandemie. En masse voelen zij zich crisismanager. Hoe geef je goed leiding in deze chaotische tijden aan jouw school en hoe zorg je ervoor dat je zelf niet verzuipt? Journalist Irene Hemels vroeg twee schoolleiders naar hun ervaring en zocht wijze raad bij een crisisdeskundige.
De grootste uitdaging voor Ellen Oostenrijk tijdens deze coronapandemie is dat Nederland zeventien miljoen virologen lijkt te tellen. “Iedereen víndt iets van corona,” zegt deze schoolleider van
Het Kroonpad: een school voor speciaal onderwijs in Apeldoorn. “Ik heb te maken met 70 medewerkers, 30 mensen uit de zorg, daarnaast nog een revalidatieteam, 100 kinderen, tweemaal zo veel ouders en dat allemaal in één gebouw. We zijn een soort minimaatschappij. Ik heb als schoolleider te dealen met veel verschillende meningen van medewerkers en ouders. Dát is de grootste uitdaging. Omdat we een school voor kwetsbare kinderen zijn, gelden voor ons de maatregelen nog eens scherper. Leerkrachten en kinderen komen daardoor eerder thuis te zitten en ik heb vaker dan een reguliere school klassen naar huis moeten sturen om het zekere voor het onzekere te nemen. In het begin was er nog veel begrip, ook bij het team. Maar je ziet dat de veerkracht minder wordt naarmate de crisis langer duurt. Mensen hebben kortere lontjes.”
Willem de Vos, rector-bestuurder van het Christelijk Lyceum Veenendaal herkent dat. “Waar ik het meeste tegenaanloop, zijn de verschillende belangen en standpunten.
Die kun je niet negeren, tegelijk kun je er niet veel mee. Je kunt het nooit in ieders ogen goed doen.”
De coronapandemie en de steeds wisselende maatregelen vragen voortdurend improvisatietalent en ad-hoc-oplossingen. Oostenrijk: “Voor de kerstvakantie was het alsof mijn tong op mijn schoenen hing. Ik voelde mij net een dependance van de GGD. Het ging maar door, al ruim anderhalf jaar lang. Als leidinggevende snap ik dat je alles over je heen krijgt, maar je wordt er weleens moe van en dan kan je soms wat korter reageren. Ik was dag en nacht aan het werk om te communiceren, het personeel op de juiste plek te krijgen, de klassen te kunnen bezetten en vragen te beantwoorden.”
Inmiddels heeft Oostenrijk een leraar aangesteld, die alles regelt rondom de GGD en corona en heeft zij een teamleider naast zich gekregen. “Ik ben nog niet zo lang schoolleider. Misschien leer ik hiervan wel versneld delegeren, iets waarin ik van nature niet zo goed ben,” zegt ze lachend.
“Iedere schoolleider maakt wel iets mee dat het goed mis is en de media op de stoep staan. Dan heb je een crisis van een paar dagen, maar nu duurt het al twee jaar,” zegt De Vos. Vanaf dag één gebruikt hij bewust niet het woord ‘crisis’ in verband met corona, omdat hij rust wil uitstralen naar het team, leerlingen en ouders. “Ik ken veel schoolleiders die een crisisteam in het leven hebben geroepen. Dat heb ik geweigerd. Samen met mijn collega vormen we de directie en met zes afdelingsleiders de schoolleiding. In rustige tijden zijn we mans genoeg om de school te leiden, dat kunnen we in deze lastige tijd ook. Door steeds het woord ‘crisis’ te gebruiken, creëer je onrust.”
Beide schoolleiders nemen geregeld de termen ‘bedachtzaam’ en ‘standvastig blijven’ in de mond. Oostenrijk: “Elke keer moet je schakelen, op nieuwe regels sturen en toch moet je standvastig zijn als schoolleider. Oók als er een collega huilend voor je staat, die het even niet meer ziet zitten. ‘Dit zijn de regels. Hier houden we ons aan.’ Hoe vaak ik dat niet heb gezegd! Af en toe is het lastig om neutraal te blijven, want ook ik heb gevoel bij wat er gebeurt. Zo zou ik het liefst zien dat iedere medewerker gevaccineerd is, maar dat is niet zo en daar mag ik niets van vinden. ‘Het is wat het is’, is de meest uitgesproken zin van de afgelopen twee jaar.”
De Vos: “Als mijn school in brand staat, moet ik ogenblikkelijk aan de bak. Maar in deze situatie stel ik mij bedachtzaam op. Je moet juist níét overhaast beslissingen nemen. Ik wil de rust bewaren. Geagiteerd rondlopen heeft geen zin.” Dat rustig blijven is hem aardig gelukt naar eigen zeggen (‘Ik kan thuis af en toe stoom afblazen’). Dat gaat niet iedereen even makkelijk af, constateert De Vos. “Ik heb compassie met schoolleiders die in chats van videoconferenties nogal wat boosheid, angsten en noden hebben laten zien. Ik doe echter niet aan ‘wat als-denken’. Zonde van je energie.”
“Terugvallen op wat je normaal doet: dat is de les uit het crisismanagement die schoolleiders kunnen toepassen om leiding te geven aan de huidige coronasituatie,” stelt dr. Menno van Duin. Hij is lector crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid en voorzitter van het bestuur van éénpitter de Capelse Schoolvereniging in Capelle aan den IJssel. “Of het nu om een langdurige of acute crisis gaat: ik ben voorstander om binnen bijzondere situaties, waar mogelijk terug te vallen op wat je normaal doet. En daar waar je normaal goed in bent, daar ben je tijdens
crisissituaties ook goed in.”
De coronapandemie legt vooral zwakke plekken bloot, aldus Van Duin. “Als je al niet heel goed was in de communicatie met ouders, dan wordt dat inderdaad extra lastig in een buitengewone situatie.”
Wat maakt de coronapandemie anders dan andere crisissituaties? “Door corona komen zaken in een snelkookpan terecht. Het is de snelheid waarmee besluiten genomen worden en moeten worden uitgevoerd, die opvalt.”
De coronaperikelen in het onderwijs lenen zich niet voor directief en eenzijdig leiderschap, vindt Van Duin. Verbindend leiderschap is nu belangrijker. Dat is ook wat je terugziet bij schoolleiders. “De kerncapaciteit van een schooldirecteur is aandacht hebben voor het team. Een goed draaiend team is cruciaal om de school open te houden. Schoolleiders hebben best veel oog voor persoonlijke beslommeringen van medewerkers. Je bent in de rol van schooldirecteur eigenlijk ook hoofd personeelszaken. In een crisissituatie als deze explodeert dat. De normale gang van zaken in een mensenleven, denk aan een zwangerschap, een ouder die overlijdt, een scheiding, vragen aandacht naast al die extra’s die er door de coronacrisis bijkomen.” Heel herkenbaar, beamen De Vos en Oostenrijk. “Ik ben zeker meer alert op hoe het met mijn personeel gaat. Dat verdienen ze ook,” zegt Oostenrijk. “Een tekort aan invallers vraagt veel van de mensen op de werkvloer. Ik heb een luisterend oor voor de frustraties en angsten van medewerkers.”
Beiden zweren bij een positieve houding als schoolleider. Oostenrijk: “Zorgen dat het leuk blijft samen, lol hebben met elkaar. Ik zie dat als een belangrijke taak en dat kan ook door online een of andere flauwekulquiz te doen.” De Vos: “Een montere blik, vertrouwen uitstralen en veel persoonlijke aandacht. Je kunt niet vaak genoeg vragen: wat kan ik voor je betekenen?”
“Al die positieve aandacht voor elkaar is pure winst. In het verleden was dat niet aan de orde. Nu begint elk overleg met de vraag: hoe gaat het met je? Ik hoop dat dit zo blijft.”
De lente komt eraan. Hopelijk geeft dat minder corona en iets meer adempauze om bijvoorbeeld eindelijk het fysieke personeelsuitje te houden dat al een aantal maal is uitgesteld. Maar wat als we aankomende herfst weer getroffen worden door de coronapandemie: hoe bereid je je daarop voor? Oostenrijk: “De harde werkelijkheid is dat de veerkracht volgend najaar wellicht nog minder is, dan is het weer de schouders eronder, een luisterend oor bieden en veel waardering geven aan de medewerkers die
er dan weer staan.”
Veerkracht behouden in crisissituaties
De coronacrisis heeft van schoolleiders veel flexibiliteit, energie en creativiteit gevraagd. Hoe zorg je ervoor dat je niet opgebrand raakt en dat je ondanks alle drukte toch nog tijd vindt je batterij op te laden? Vijf tips van
psycholoog Thijs Launspach, specialist op het gebied van stress en burn-outpreventie:
• Bescherm jezelf. Het stomste wat je kunt doen, is over een langere periode tien, twaalf, veertien uur per dag werken.
• Je kunt wel een marathon rennen, maar niet elke dag. Realiseer je dat je best wat stress kunt hebben als je dat combineert met voldoende herstel en rust.
• Wees je bewust van je eigen stresssignalen. Iedereen heeft die, maar ze zijn voor iedereen verschillend. Hoofdpijn, spierpijn, kortaf worden. Weet wat jouw stresssignalen zijn, dat is het kompas waarop je vaart.
• Zorg dat je anti-stress-noodmiddelen in je gereedschapskist heb zitten. Waar ontspan je van? Iets sportiefs of creatiefs? Iets leuks doen met je gezin, mediteren of in je eentje op de bank zitten: maak hier tijd voor.
• Zorg voor jezelf. Juist als je het druk hebt is voldoende slapen, goed eten en genoeg tijd om af te koppelen, zoals de notificaties van je telefoon af
zetten, belangrijk.
Interessant?
Dit artikel stond in KADER , het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden exclusief ontvangen. Wil jij KADER ook op de deurmat hebben? Word lid of abonnee, ontvang voortaan een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.